Antwoorden op teksten over de aarde en zijn eeuwigheid
Een aantal dingen vooraf.
De woorden van de Bijbel zijn woorden die we altijd in het verband moeten zien.We merken dan twee dingen op.
-In de eerste plaats moeten alle verzen in zijn eigen context gelezen worden.
-In de tweede plaats in de bredere context.
Verder gaan we ervan uit dat alle woorden Gods ons gegeven zijn om elkaar op te voeden in de gerechtigheid.
(2 Tim. 3: 16, 17)
We behoren het woord van God recht te snijden.
-2 Tim. 2: 15
Dit houdt in dat we ten allen tijde dingen goed onderzoeken en er recht in snijden.
1. Spreuken
Spreuken 2:21-22 ; Want de vromen zullen de aarde bewonen, en de oprechten zullen daarin overblijven; 22 Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden. (Statenvertaling)
Als we kijken naar dit vers zien we dat er gesproken word over hen die de aarde zullen bewonen en daarin overblijven en hen die van de aarde uitgeroeid zullen worden.
Kijk eens naar Exodus 20: 12 Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft.
Dit vers in Exodus spreekt over een lang leven in het land voor hen die hun vader en moeder eren.
Kijk eens naar Efeze 6: 1- 3
Eph 6:1
Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in den Heere; want dat is recht.
Eph 6:2
Eert uw vader en moeder (hetwelk het eerste gebod is met een belofte),
Eph 6:3 Opdat het u welga, en dat gij lang leeft op de aarde.
Hier vinden we dezelfde belofte.
Het eerste gebod is een referentie naar het 5de gebod van de 10 geboden maar het eerste gebod in relatie tot onze naaste en dit met een duidelijke belofte.
Een belofte aan hen die vader en moeder eren, die kregen de belofte dat ze lang zouden leven op de aarde. Hun dagen zouden verlengd worden.
Zie ook 1 Petrus 3: 8- 12
Daar lezen we ook over: ...........Want wie het leven wil liefhebben, en goede dagen zien, die stille zijn tong van het kwaad, en zijn lippen, dat zij geen bedrog spreken..................
Als we dan kijken naar de kontext van Spreuken 2: 21- 22 zien we dat dit hele hoofdstuk gericht is aan de zoon van de koning.
Deze zoon zou dan een lang en mooi leven kunnen hebben als hij zijn vader en moeder zou eren en dit is wat deze tekst laat zien. De rechtvaardigen leven op de aarde in vrede.
2. Psalm 104
Psalmen 104:5 ; U hebt de aarde op pijlers vastgezet,
tot in eeuwigheid wankelt zij niet
Belangrijke vraag: Waarom niet de Statenvertaling???
Omdat het een tweede woord heeft om de aarde te beschrijven en dat past niet in deze overtuiging.
Hij heeft de aarde <0776> gegrond <03245> (8804) op <05921> haar grondvesten <04349>; zij zal nimmermeer <05769> noch <01077> eeuwiglijk <05703> wankelen <04131> (8735). (Statenvertaling met Strong nummers)
Psalm 104 gaat over de schepping. Het verteld het verhaal van een God die een aarde heeft gemaakt.
Twee woorden in deze tekst worden heel belangrijk:
-Nimmermeer.
-Eeuwigheid.
Nimmermeer: (woordnummer 5769)
1) lange duur, oudheid, toekomstigheid, voor altijd, ooit, altijddurend eeuwig, vanouds, oud, wereld
1a) oudtijds, lange tijd (in het verleden)
1b) (van toekomst)
1b1) voor altijd, immer
1b2) voortdurend bestaan, eeuwig
1b3) altijddurend, niet-eindigende toekomst, eeuwigheid.
Eeuwigheid: (woordnummer 5703)
1) eeuwigheid, voor altijd, voortdurende toekomst
1a) vanouds (van vervlogen tijden)
1b) voor altijd (van toekomst)
1b1) van voortdurend bestaan
1c) voor eeuwig (van Gods bestaan)
Het woord nimmermeer komt van het Hebreewse woord “Olam” en eeuwigheid komt van het Hebreeuwse woord “ad”.
Beide woorden worden gebruikt om het begrip “eeuwig” etc. weer te geven.
Als we kijken naar het woord nimmermeer zien we al dat de eerste betekenis “lange duur” is.
Dus dit woord betekent niet altijd eeuwig zoals wij dat begrijpen.
1. Vergelijk dat eens met de wet van de Sabbat
Exo 31:16 Dat dan de kinderen Israels den sabbat houden, den sabbat onderhoudende in hun geslachten, tot een eeuwig verbond.
Dit was een eeuwig verbond. (woordnummer 5769)
Maar we weten ook dat dit opgehouden is. (2 Kor. 3: 1- 18)
2. Vergelijk dat met de offeranden van het oude verbond
Num 18:19 Alle hefofferen der heilige dingen, die de kinderen Israels den HEERE zullen offeren, heb Ik aan u gegeven, en aan uw zonen, en aan uw dochteren met u, tot een eeuwige inzetting; het zal een eeuwig zoutverbond zijn, voor het aangezicht des HEEREN, voor u en voor uw zaad met u.
Ook hier het woord “eeuwig”. (5769)
Dus beide woorden moeten altijd in de juiste context gelezen worden.
De woorden met nummer 5769 zijn vaak met een tijdslimiet. Het andere woord, 5703, heeft vaak het principe van altijd.
Dus de aarde blijft wel voor eeuwig bestaan, maar wel in de kontext van een “lange tijd” en niet een tijd zonder einde.
3. Psalm 37
Psalmen 37:10-11 ; nog een weinig, en de goddeloze zal er niet zijn; en gij zult acht nemen op zijn plaats, maar hij zal er niet wezen. 11 De zachtmoedigen daarentegen zullen de
aarde erfelijk bezitten, en zich verlustigen over groten vrede. (Statenvertaling)
Erfelijk:
1) grijpen, innemen, bezit nemen van, erven, onterven, bezetten, verarmen, erfgenaam zijn
1a) (Qal)
1a1) bezit nemen van
1a2) erven
1a3) verarmen, tot armoede vervallen, arm zijn
1b) (Niphal) ven bzit beroofd worden, veramd zijn, tot armoede vervallen
1c) (Piel) verslinden
1d) (Hiphil)
1d1) doen bezitten, doen erven
1d2) anderen in het bezit brengen, anderen doen erven
1d3) verarmen
1d4) ontnemen
1d5) vernielen, ruïneren, onterven
Psalmen 37:29 ; De rechtvaardigen zullen de aarde erfelijk bezitten, en in eeuwigheid daarop wonen. (Statenvertaling) (Jongbloed-editie)
Het woord voor eeuwig hier is het woord 5703.
We zien hier als we naar deze Psalm kijken dat het een contrast is tussen de rechtvaardige en de onrechtvaardige.
Hier zien we dan ook dat rechtvaardigen altijd een belofte krijgen dat zij lang op de aarde zullen wonen.
Rechtvaardigen hebben altijd de belofte gekregen van een lang leven op aarde.
-Psalm 34: 12- 16
-Spreuken 21: 21
-1 Petrus 3: 8- 12
1Ti 4:8 Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut; maar de godzaligheid is tot alle dingen nut, hebbende de belofte des tegenwoordigen en des toekomenden levens.
Dus meer niet alleen in de toekomende eeuw maar ook in de tegenwoordigen eeuw.
De statenvertaling over Psalm 37: 29
Hoewel zij vreemdelingen op aarde zijn, nochtans zullen zij in het land der beloften, [zijnde een pand van het hemelse] en voorts waar zij op aarde zijn, in het midden van de ongerustheid der goddelozen en de onzekerheid des levens, onder de vaderlijke bescherming en het toezicht Gods, door het geloof, vertrouwen en de zalige hoop, een bestendigen, zekeren en gerusten staat hebben, als rechte bezitters en erfgenamen van alle zegeningen Abrahams in den eniggeboren Zoon Gods.
Zo zien we dan dat rechtvaardigen altijd de belofte krijgen van een lang leven op aarde.
In deze zin erven ze de aarde en wonen ze er eeuwig.
4. Matt. 5: 5
Math. 5:5 ; Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde
beërven. (NGB vertaling)
Zie hier de eerdere antwoorden op Psalm 37.
5. Psalm 115
Psalmen 115:16 ; Aangaande de hemel, de hemel is des HEEREN; maar de aarde heeft Hij de mensenkinderen gegeven (Statenvertaling)
Dit vers geeft alleen maar aan dat God in de hemel woont en dat de aarde voor de mensen is gegeven.
Kan daar voor de rest niet veel aan toevoegen.
De aarde is ook gemaakt voor de mensen. Maar er word niet gesproken over eeuwig.
Dus ja, een aarde voor de mensen.
-Gen. 1: 1
Let ook op dat Gen. 1 nog voor de zondeval was.
6. Jesaja 45.
Jesaja 45:18 Dit zegt de HEER, die de hemel geschapen heeft – hij is God! –, die de aarde gemaakt en gevormd heeft en die haar heeft gegrondvest – niet als chaos schiep hij de aarde,
maar om te bewonen heeft hij haar gevormd: Ik ben de HEER, er is geen ander. (Nieuwe Bijbelvertaling Nederlands bijbelgenootschap)
Ook hier zien we dat de hemel voor Here is en de aarde voor de mensen.
7. Wat andere teksten en gedachten.
We lezen in de Bijbel de volgende dingen.
Rom. 8
20
Want de schepping is aan de vruchteloosheid onderworpen, niet vrijwillig, maar om de wil van Hem, die haar daaraan onderworpen heeft,
21
in hope echter, omdat ook de schepping zelf van de dienstbaarheid aan de vergankelijkheid zal bevrijd worden tot de vrijheid van de heerlijkheid der kinderen Gods.
22
Want wij weten, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is.
Hier zien we dat de aarde in barensnood is.
De aarde is vervuild en beinvloed door de zonde.
Deze aarde wacht op bevrijding.
Dus de aarde is ook niet zoals het altijd geweest is. De aarde is nu bevlekt door de zonde sinds de dagen van de zonde van Adam en Eva.
In het baren word er leven gegeven aan iets anders. De nieuwe hemel en de nieuwe aarde.
Vers 25 zegt dan ook dat we iets verwachten wat we niet kunnen zien.
Deze aarde kan gezien worden, maar wij krijgen iets dat niet gezien kan worden.
2 Petrus 3
2Pe 3:10 Maar de dag des Heeren zal komen als een dief in den nacht, in welken de hemelen met een gedruis zullen voorbijgaan, en de elementen branden zullen en vergaan, en de aarde en de werken, die daarin zijn, zullen verbranden.
2Pe 3:11 Dewijl dan deze dingen alle vergaan, hoedanigen behoort gij te zijn in heiligen wandel en godzaligheid!
2Pe 3:12 Verwachtende en haastende tot de toekomst van den dag Gods, in welken de hemelen, door vuur ontstoken zijnde, zullen vergaan, en de elementen brandende zullen versmelten.
2Pe 3:13 Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont.
2Pe 3:14 Daarom, geliefden, verwachtende deze dingen, benaarstigt u, dat gij onbevlekt en onbestraffelijk van Hem bevonden moogt worden in vrede;
Hier lezen we dan ook wat de toekomst is voor de hemelen en de aarde.
1. Ze zullen met gedruis voorbijgaan.
2. De elementen zullen branden en vergaan.
3. De aarde en de werken zullen verbranden.
4. Wij verwachten een nieuwe hemel en en nieuwe aarde.
Er staat niet dat we een (ver)nieuwde hemel en aarde verwachten. Nee, we verwachten een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.
Vergelijk ook:
-Openb. 21- 22
Openb. 21:1 En ik zag een nieuwen hemel en een nieuwe aarde; want de eerste hemel, en de eerste aarde was voorbijgegaan, en de zee was niet meer.
1. De eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan.
2. De zee was niet meer.
Laten we in alles goed teksten met andere teksten vergelijken.
Dat is de sleutel tot een goede exegese.
2Ti 2:15 Benaarstig u, om uzelven Gode beproefd voor te stellen, een arbeider, die niet beschaamd wordt, die het Woord der waarheid recht snijdt.
2 Petrus 3:
2Pe 3:15 En acht de lankmoedigheid onzes Heeren voor zaligheid; gelijkerwijs ook onze geliefde broeder Paulus, naar de wijsheid, die hem gegeven is, ulieden geschreven heeft;
2Pe 3:16 Gelijk ook in alle zendbrieven, daarin van deze dingen sprekende; in welke sommige dingen zwaar zijn om te verstaan, die de ongeleerde en onvaste mensen verdraaien, gelijk ook de andere Schriften, tot hun eigen verderf.